Vanmiddag ga ik voor de eerste keer naar Tilly (90) terminaal en Leon (95). Ik bel aan en Leon doet, nadat hij de binnen sloten heeft omgedraaid, open. Voortaan mag ik via de achterdeur naar binnen, want eigenlijk wordt de voordeur weinig gebruikt.
Wat een bijzondere, mooie, interessante, lieve, wijze mensen. Ik word er heel blij, tikje emotioneel van om deze twee mensen in deze situatie samen te zien. Liefdevol en ook heel nuchter want ‘we hebben de leeftijd en eens moet het eind komen’, zegt Leon. Ze willen graag dat we elkaar tutoyeren.
Ik stel me voor en Tilly begint te vertellen hoe de situatie was en is. Af en toe voegt Leon detail toe aan het verhaal.
Dan loopt hun zoon binnen om boven het bed van de nachtzorg te verschonen.
Samen met hem ruim ik boven wat spulletjes op die Tilly niet meer nodig heeft. Dan horen we Tilly een beetje in paniek roepen om Leon. Ze ziet een kist die wordt bezorgd, mogelijk een hallucinatie door de medicatie. Gelukkig is hun zoon er nog die zijn moeder kan geruststellen. Mooi om te zien hoe liefdevol hij dat doet.
De verdere middag zitten we te kletsen en tussendoor maak ik thee met een plakje cake erbij. Tilly is merendeels aan het woord, ondanks haar zachte stem. Ze ligt op bed, haar man Leon zit op de 2-zits bank en ik op de stoel ertussenin. Tilly valt tijdens het vertellen even in slaap, schrikt wakker, wil weer verder praten maar is te moe.
Mijn eerste middag zit er bijna op. Ik ga een afwasje doen, zeg dan Tilly gedag en als Leon me naar de fiets brengt zei hij: ‘Toch wel fijn om met elkaar te praten over onderwerpen die ons nu bezig houden, vertellen over ons leven op een rustige manier.’ ‘Ja’, zeg ik. ‘Ik hoef er alleen “te zijn”, te luisteren naar jullie. ‘En observeren’, vult Leon aan. We groeten elkaar en met een glimlach op mijn gezicht fiets ik naar huis.
Joyce Kal, vrijwilliger
NB. Namen zijn gekozen t.b.v. de privacy.