Een langere periode ondersteuning maakt dat er een vertrouwd contact kan ontstaan tussen cliënt en vrijwilliger. Zo kwam één van onze mannelijke vrijwilligers geruime tijd bij een meneer van 83 jaar met uitgezaaide kanker.
1 Keer per weken spraken zij 3 uur met elkaar. Ze blikten terug op het leven van meneer maar spraken ook over afscheid en sterven, de gedachten, vragen en emoties daarbij.
De gezondheid van meneer ging heel langzaam achteruit totdat meneer zich plotseling heel ziek voelde en niet meer uit bed kon komen. Hij had overal pijn en had nauwelijks energie, mogelijk een pneumonie.
Er was- toevallig op onze inzetochtend – een gesprek de huisarts en de gespecialiseerd verpleegkundige. Onze vrijwilliger kon mevrouw ondersteunen omdat meneer niet kon praten op dat moment. Hij kon verduidelijken wat meneer al dikwijls kenbaar had gemaakt in gesprekken; hij wilde geen levensverlengende behandelingen.
De wilsverklaring van meneer werd erop nagelezen en in goed overleg met mevrouw werd besloten de zorg vanaf dat moment te richten op minimale pijn en comfort. Er kwam een hoog/laag bed in de woonkamer op de plek voor het raam waar meneer altijd had gezeten. En er werd nachtzorg geregeld.
Een paar dagen later is meneer thuis, in zijn vertrouwde omgeving, rustig overleden.